Jan Mijtens, Portret van Maria van Oranje (1642-1688), met Hendrik van Zuijlestein (overleden in 1673) en een dienstbode, c. 1665
De jongen houdt het paard aan de teugels vast. Hij heeft het leidsel stevig vast. Zijn ogen houden het dier goed in de gaten. Hij werkt veel met het dier. Ze lijken niet bang voor elkaar te zijn. Een belangrijke taak is het die hij heeft gekregen.
De stof van zijn kleding is geel. Dat maakt de jongen nog exotischer. Hij heeft het paard net opgetuigd. De paarden deken hangt nog over zijn schouder. Het touw dat hem en het paard verbindt, houdt ook zijn gele jas bij elkaar.
